La nascita di Venere - Ottorino Respighi
Wie de antieke mythen leest, valt bij de merkwaardige bevruchtingen en bevallingen van de ene verrassing in de andere! De al ter sprake gebrachte held Perseus was het resultaat van een van de slippertjes van de oppergod Zeus (Jupiter bij de Romeinen), die in de vorm van een regen van goudstukken zijn opgesloten moeder Danaë benaderde. Vermomd als een zwaan verenigde Zeus zich met Leda, de echtgenote van de koning van Sparta, en maakte haar zwanger van één of meer eieren, waaruit onder meer Helena werden geboren. Bizar is op zijn minst de geboorte van Dionysos (Bacchus), de god van de wijn. De Thebaanse prinses Semele overleed toen ze zes maanden zwanger was van Zeus. Om het ongeboren kind te redden naaide Zeus de vrucht in zijn dij. Drie maanden later kwam Dionysos als gezonde baby ter wereld. En zo zijn er meer gedenkwaardige geboorten, zoals die van Venus (Aphrodite bij de Grieken). De Griekse dichter Hesiodos, die omstreeks 700 voor Christus actief was, brengt daarover in zijn Theogonia (‘De geboorte van de goden’) een intrigerend verhaal. Kronos, zoon van Gaia (de aarde) en Ouranos (de sterrenhemel), en zelf vader van de oppergod Zeus, doodt zijn wreedaardige vader met behulp van zijn moeder, die Kronos een sikkel gaf.
Andere bronnen vermelden nog dat Zephyros, de westenwind, Venus in een schelp liet drijven naar Cyprus via het eiland Kythera. Overal waar ze aan land ging bloeiden er bloemen. De Horen, de godinnen van de seizoenen, kleedden haar. Als godin van de liefde, de schoonheid en de vruchtbaarheid genoot zij groot aanzien. Uit een relatie met de Trojaanse koning Anchises werd Aeneas geboren, die na de val van Troje en zijn overbekende ongelukkige liefde voor koningin Dido in Carthago, uiteindelijk met behulp van zijn moeder Italië bereikte.
Het beroemde schilderij De geboorte van Venus van Sandro Botticelli en twee andere van zijn hand (De lente en De aanbidding van de Wijzen) inspireerden de Italiaanse componist Ottorino Respighi (1879-1936) in 1927 tot zijn instrumentaal drieluik Trittico Botticelliano. Het derde deel is La nascita di Venere. Hij droeg zijn orkestwerk op aan de befaamde Amerikaanse kunstmecenas Elizabeth Sprague Coolidge (1864-1953), die in hetzelfde jaar 1927 bij Igor Stravinsky het ballet Apollon musagète bestelde (zie Muziek en beeldende kunst in dialoog, nr. 36).
Respighi behoorde tot de zogenaamde ‘generazione dell’ottanta’ (‘de generatie die rond 1880 geboren werd’), die ernaar streefde de instrumentale muziek, die in de negentiende eeuw door het alles dominerende genre van de opera in Italië in de verdrukking was geraakt, nieuw leven in te blazen. Zoals in vele andere landen ontstond tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw ook in Italië een kloof tussen de uitgesproken ‘modernen’ en de ‘eclectisten’, de componisten die een gematigder aanpak voorstonden en voortbouwden op het verleden. Tot die laatste groep behoorde Ottorino Respighi, die in 1932 een van de ondertekenaars werd van een manifest tegen de avant-garde.
Zijn beste orkestwerken munten uit door een bijzonder kleurrijke instrumentatie, die invloeden verraadt van Nikolaj Rimsky-Korsakov (1844-1908), bij wie hij tijdens een verblijf in Rusland van 1990 tot 1903 lessen volgde, van Richard Strauss (1864-1949) en van zijn Franse tijdgenoot, de geniale orkestrator Maurice Ravel (1875-1937). Opmerkelijk is ook zijn uitgesproken interesse in oude muziek (het Gregoriaans, Monteverdi, Bach, renaissance- en barokdansen), die hij vaak bewerkte of in eigen werk stilistisch navolgde. Tot zijn bekendste werken behoren enkele door de stad Rome geïnspireerde instrumentale composities: de trilogie Fontane di Roma (1918) Pini di Roma (1923-24) en Feste romane (1928).
Zijn Trittico botticelliano wordt algemeen beschouwd als een van zijn beste werken. De Geboorte van Venus is een knap staaltje van impressionistisch getinte, coloristische instrumentatiekunst. De bezetting is voor een klein, maar gevarieerd orkest dat heel wat mogelijkheden schept tot kleurschakering: enkele strijkers (violen I en II, altviolen, cello’s, contrabassen), als blazers een fluit, een hobo, een klarinet, een hoorn en een trompet, verder een harp, een celesta en een piano. (De timing verwijst naar de live-uitvoering).
Een zachte golfbeweging in de strijkers creëert een rustige pastorale sfeer (14:45). Fluit en klarinet roepen vogelgeluiden en een zachte wind op (15:12). Bij de klarinet noteert Respighi: come un soffio (‘als een geruis’). De dynamiek is pianissimo (‘zeer stil’). Deze twee solistische quasi-improvisatorische tussenkomsten wisselen af met een meer geprofileerd thema, dolcissimo (‘zeer zacht’) (15:36). Geleidelijk versnelt het tempo (un poco animato: ‘iets levendiger’) en de dynamiek neemt toe (crescendo poco a poco: ’geleidelijk versterken’) (16:20). Bij een verdere versnelling verhuist de golfbeweging naar de houtblazers en de piano, terwijl in de strijkers het plechtige, lyrische ‘geboortethema’ opduikt, con grande respressione (‘zeer expressief’) uit te voeren (16:49). Begeleid door de harp ontplooit het zich plechtig in een quasi-eindeloos voortvloeiende beweging, steeds toenemend in sterkte tot het zich bij een fortissimo in zijn volle glorie openbaart (17:59), steeds crescendo en versnellend, met strijkers en blazers. Op het hoogtepunt – het wonder van Aphrodites geboorte is geschied ... - vertraagt de muziek en keert de rustige pastorale sfeer van de inzet terug met de golfbeweging in de hoge strijkers, terwijl de cello pianissimo het geboortethema oproept (18:50). Ook het thema uit de inleiding klinkt nog even op in fluit, fagot en piano, samen met de harp (met als voorschrift arpeggiato dolcemente: ‘zachte arpeggio’s’) (19:20). Diminuendo (‘in sterkte afnemend’) en rallentando (‘vertragend’) sterft de golfbeweging uit (20:04).
Uitvoeringen
https://www.youtube.com/watch?v=QgTUZdvPnCg – WDR Sinfonieorchetser, o.l.v. Cristian Macelaru- live-uitvoering – volledige uitvoering van het Trittico - De Geboorte van Venus op 14:45 – 20:04.
https://www.youtube.com/watch?v=In8S3HwuSUQ – City of London Sinfonia, o.l.v. Richard Hickox – met (niet altijd goed leesbare) meeschuivende partituur
https://www.youtube.com/watch?v=hgO3JugGMm0 – Philharmonia Orchestra of London, o.l.v. Geoffrey Simon
Partituur: https://imslp.org/wiki/Trittico_Botticelliano_(Respighi%2C_Ottorino) - p. 120-134.
Vertaling van Hesiodos: Hesiodos, De geboorte van de goden & Werken en Dagen, vertaald door Wolther Kassies, Amsterdam, 2002.
Ignace Bossuyt
La nascita di Venere - Sandro Botticelli
Respighi maakt het ons in deze dialoog gemakkelijk. We houden halt in Firenze. In de Galleria degli Uffizi vinden we De Geboorte van Venus, rond 1483-1485 geschilderd door Sandro Botticelli (1445-1510). Deze Italiaanse renaissanceschilder ontmoetten we reeds in de eerste serie muziekdialogen. We belichtten hem toen als inspirator voor talrijke beeldende kunstenaars (zie Muziek en beeldende kunst in dialoog, nr. 18).
In de lente van 1482 keerde Botticelli uit Rome naar Firenze terug. Wellicht in opdracht van de Medici-familie schilderde Botticelli in de volgende jaren een reeks werken met mythologische onderwerpen. De Geboorte van Venus is er één van. Dat de Medici-familie aan de basis lag van de opdracht kan afgeleid worden uit het boek Le Vite van Giorgio Vasari (1511-1574). Dit werk met kunstenaarsbiografieën werd voor het eerst gepubliceerd in 1550. Vasari, die we behalve als architect en schilder ook kennen als “kunsthistoricus”, verwijst in zijn publicatie uiteraard ook naar de biografie van Botticelli en vermeldt dat ondermeer De Geboorte van Venus en La Primavera (De Lente) in de Villa Medicea di Castello bij de hertog Cosimo (De' Medici) zou te zien zijn.
Voor verschillende huizen in de stad maakte hij ronde schilderijen, en veel naakte vrouwen, waarvan er zich tegenwoordig nog enkele bevinden in Castello, hertog Cosimo’s villa: twee schilderijen, waarvan de een verbeeldt hoe Venus wordt geboren, waarbij de winden en zefiers haar met haar Cupido’s naar de aarde toe blazen, terwijl ook het tweede schilderij een Venus weergeeft, een Venus die door de Gratiën met bloemen wordt getooid, hetgeen de Lente voorstelt; beide Venussen heeft hij met gratie afgebeeld, zoals men ziet.
Botticelli schildert Venus rechtopstaand in een open schelp. Omringd door rozen blazen Zephyr, de verpersoonlijking van de westenwind, en Chloris, de verpersoonlijking van de zachte bries, Venus naar het land toe. Eén van de godinnen van de seizoenen, de Hora van de lente, staat aan de rechterkant klaar om Venus een mantel aan te bieden. Zowel het kleed van Hora als de mantel voor Venus zijn versierd met lentebloemen. Sandro Botticelli kreeg als jongeman eerst een opleiding als goudsmid. De fijne tekening van de bloemmotieven en de sierlijke lijnen waarmee de haren van Venus worden geschilderd roepen zeker die eerste opleiding van de kunstenaar op.
De vier figuren op het werk zijn een mooi voorbeeld van de renaissance “leggiadria”: een woord dat verwijst naar een gracieuze houding, een zeker lichtheid ook, waarbij figuren zich schijnbaar gewichtloos lijken voort te bewegen, of misschien spreken we zelfs beter van “zweven”.
Venus krijgt door haar houding, de afstandelijke blik, de witte huidskleur en de afgelijnde modellering het karakter van een beeldhouwwerk en meer bepaald het Grieks-Romeinse type van de Venus Pudica, de kuise Venus. Ook de contraposthouding (schouders en heupen volgen een tegengestelde lijn) is typerend voor tal van beelden uit de klassieke oudheid. De grote interesse voor de antieke cultuur ten tijde van de renaissance ligt hier uiteraard mee aan de basis van de stijl van de Botticelli’s Venus.
Ook de literatuur in Botticelli’s omgeving kan ons op weg zetten naar de iconografie van De Geboorte van Venus. Angelo Poliziano (1454-1494) was dichter en humanist en bevriend met Lorenzo De’ Medici. In 1475 schreef hij Stanza per la Giostra, een gedicht geschreven voor Giuliano De’ Medici, broer van Lorenzo, als herdenking aan de overwinning van Giuliano in een steekspel in 1475. De dichter inspireerde zich op mythologische verhalen, ontleend aan ondermeer Ovidius maar ook aan andere klassieke auteurs. Over De geboorte van Venus dicht hij als volgt:
Echt is het schuim, en echt is de zee, zou je zeggen,
en echt is de schelp, echt is de adem, de bries;
daar glanst de godin, voor je ogen,
de lucht en de elementen begroeten haar.
We lezen als het ware wat we op het schilderij zien: heel waarschijnlijk dus dat Botticelli bij zijn (eventuele) opdrachtgever de teksten van Poliziano, als vriend des huizes, ook wel kende.
Respighi is er wonderwel in geslaagd alle fijne en subtiele lijnen van Botticelli’s werk te verklanken. Of hoe een tijdspanne van iets meer dan 400 jaar kan overbrugd worden en twee kunstenaars elkaar vinden in een harmonische dialoog.
Jo Haerens