top of page

Appropriation Art en parodie

Nieuwsbrief n°
2
7 januari 2021
'Appropriation Art' en parodie in de beeldende kunst en in de muziek.
Hoe kunstenaars en componisten zich laten inspireren op werk van hun collega's.

Ignace, Jo en Jan

7 januari 2021

Kunstenaars en componisten laten zich dikwijls inspireren op bestaande werken van andere levende of overleden kunstenaars. Meestal gebeurt dit subtiel en impliciet, maar soms worden bepaalde elementen vrijwel ongewijzigd en goed herkenbaar overgenomen en in een nieuwe context geplaatst: dan ontstaat er Appropriation Art. Deze vorm van toe-eigenen is niet altijd onbesproken. Is het plagiaat? Is er sprake van een inbreuk op copyright? Wanneer het nieuwe werk bedoeld is als scherts, spreekt men van 'parodie' of 'persiflage' en is de legale bewegingsruimte van de kunstenaar wat breder. Maar ook dan zijn er grenzen, zie bv. de zaak Tuymans waarbij Tuymans een persfoto van Jean-Marie Dedecker (van fotografe  Katrijn Van Giel) verwerkte tot een schilderij A Belgian politician (2011). Parodie of pure toe-eigening? Tot een rechtszaak kwam het niet, de partijen kwamen  een minnelijke schikking overeen.


Parodie is ook het thema van het nieuwe muziekverhaal dat Ignace Bossuyt ons vandaag serveert: Béla Bartók parodieert in zijn Concerto voor Orkest de Leningradsymfonie van Shostakovich, waarvan het eerste deel zelf ook een venijnige persiflage bevat. Parodie in het kwadraat dus.


Parallel met het muziekverhaal zet Jo de Florentijnse kunstenaar Sandro Botticelli in de spotlights, een kunstenaar die pas in de 19de eeuw herontdekt werd. Vanaf dat moment en tot op vandaag worden zijn werken talloze keren herbruikt in allerlei vormen, als ondersteuning van een nieuwe contaxt, soms grappig, soms satirisch of schertsend.


Geniet van het nieuwe muziekverhaal en de weerklank van de beeldende kunst.


Ignace, Jo en Jan

bottom of page